De Vaart: Van edelknaap tot blauwmenneke

Archief
Nieuwsbericht van vrijdag 20 mei 2016
Met Vaartmeester Wim Goossens sta ik bij het beeld van de Gildebroeder op de Varkensmèrt. Hier stond jarenlang een rustaltaar van de Vaart, de processie die al 616 jaar veertien dagen na Pinksteren door het centrum van Boxmeer trekt.

Het Heilig Bloedwonder uit 1400 is de aanleiding voor dit religieuze fenomeen. “Maar tegenwoordig is het ook vooral een werelds feest, ontstaan vanuit het geloof. Een stoet met honderden kinderen, leuk om mee te maken”, zegt Goossens, die in 1979 de functie van Vaartmeester overnam van zijn vader Engel. “Een authentieke processie, een uiting van kunst die elk jaar duizenden toeschouwers trekt.”

Het wonder vond in de toenmalige parochiekerk plaats. Een onbekende priester twijfelde tijdens de dienst aan de verandering van brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Jezus Christus. De kelk voor hem op het altaar stroomde over. Nadat de priester tot inkeer was gekomen, bleven enkele druppels bloed achter. Het onder de kelk liggende doekje met de bloedvlekken is bewaard gebleven. Deze relikwie gaat elk jaar mee in de Vaart. De kerk is sinds 2000 - het 600-jarig jubileum van de processie - een basiliek.

De bekende geneesheer, pastoor en verzetsleider Dr. Antonius Peelen (1601-1667) maakte in zijn notitie veel duidelijk over het Heilig Bloedwonder. Echter, oude raadselen leveren nieuwe wonderen op. Jan Deijnen uit Vortum had last van zijn ogen. Hevige pijnen kwelden hem al veertien dagen en nachten. “Ik vroeg me af hoe ik die pijn nog langer kon verdragen”, verklaarde hij op 16 mei 1703 voor de schepenbank van Sambeek. “Laten we een offer beloven aan het Heilig Bloed in Boxmeer”, zei zijn vrouw even later. Zo geschiedde. Jan had zijn belofte uitgesproken en alle pijn verdween direct.

De gildebroeder doorstaat de motregen deze druilerige zachte winterdag met verve. Zes beelden staan sinds 2010 langs de route vanaf de Steenstraat met de St. Petrusbasiliek – waar het relikwie van het wonder wordt bewaard – naar het huidige rustaltaar aan het Zand. De edelknaap tot het blauwmenneke zijn in brons gegoten. Geert Janssen stond als keizer van het Heilig Bloedsgilde model voor het beeld van de gildebroeder. En keizer word je niet zo maar, je moet drie jaar op rij de beste schutter zijn van het Boxmeerse gilde.

De Vaart is met dat andere evenement – de paardenrace De Metworst op carnavalsmaandag – een van die oeroude tradities. Ze behoren tot de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. “Van sociaal, cultureel, historisch en religieus belang,” meent de Vaartmeester. Een evenement dat ook draagvlak heeft bij de bevolking: ieder jaar doen zo’n 800 bedevaartgangers mee, waaronder ongeveer 350 schoolkinderen als bruidje, wijn-, druiven- of korendraagster, edelknaap of menneke. Uniek zijn de Vaartrozen, een aantal Boxmeerse dames die iedere eerste dinsdag van de maand bij elkaar komen om kleding te vermaken en vaandels te borduren en te restaureren. Wijlen Zuster Martha Mulder – lang leidster van deze ‘rozengroep’ - kijkt vanuit de hemel trots neer op deze noeste vrijwilligsters.

Vooraf wordt het wegdek met strooisel geplaveid. Plaatselijk cabaretier Frank Schrijen zamelt al weken vooraf groen in voor wie geen tuintje heeft. De wit gele vlaggen sieren de route. Burgemeester Karel van Soest en zijn vrouw lopen ook mee, het wereldlijk gezag is er volgens een verloren traditie weer bij betrokken. Vroeger was er zelfs een heuse Vaartweek en was er enkele keren per jaar een processie.

Ik loop even verderop richting centrum en zie het beeld van het bruidje op de hoek van het Weijerplein met de Veerstraat. De bruidjes strooien gekleurd papieren knipsels tijdens de Vaart. Zodat de Vaartgangers ieder jaar over een kleurrijke straat lopen. De Vaart? “Die gaat heus nog wel zeshonderd jaar mee”, voorspelt Goossens.

{tips}
Tip

Veertien dagen na Pinksteren trekt 'de Vaart' door de feestelijk versierde straten van Boxmeer.

Meer informatie