Focus, aandachtcirkels en zelfspraak bij topsport

Archief
Nieuwsbericht van vrijdag 09 augustus 2024

De laatste hoog enerverende dagen van de Olympische Zomerspelen 2024, die bijzonder Bol stonden van soms extreme spanning, zijn aangebroken. Na ruim 16 dagen absolute topsport in Parijs, de iconische hoofdstad van Frankrijk met een vervuilde bruine Seine, toch gebruikt als zwemwater voor triatleten/lange afstandszwemmers, er dwars doorheen stromend, maar ook in de wateren rond Marseille en Tahiti, zijn 987 medailles, 329 gouden en evenzo vele zilveren en bronzen plakken, uitgereikt door veelal topbobo’s van de internationale sportkoepels. Vierde en vijfde prijzen zijn er helaas niet. Waarom trouwens niet? Een koperen of tinnen medaille zou zonder meer op zijn plaats zijn, want zo lijkt het er toch heel sterk op dat het alleen draait om plek 1, 2 en 3. Terwijl de personen, die achter plek 4 en 5 schuil gaan, ook een topprestatie hebben geleverd. Is winnen dan toch altijd vele malen belangrijker dan deelnemen? Die sporters hebben toch eveneens een flink deel van hun jeugd dagelijks opgeofferd met zware trainingsarbeid om te schitteren op de OS. Soms werden zij door pure pech vierde of vijfde. Maar geen troostprijs kan eraf. Zelfs geen poster van Parijs met de handtekening van Mister Macron, die tegen een zeer hoge kostprijs van vele miljarden euro’s en een enorme politiemacht in verband met de veiligheid, samen met de door hem zeer geliefde Minister(vr) van Sport bijna ook een heldenverering mocht ondergaan. Sport is ook Politiek. En Politiek gebruikt de Sport zeker ook voor eigen doeleinden. Of het nu een rechts of links c.q. democratisch of autoritair land betreft. Vanaf de eerste OS was dat al zo. Geef het volk brood en spelen en een grote massa mensen houdt zich koest en verlustigt zich aan sporthelden, veelal zwaar gesponsord door de machthebbers, die de volkshelden omarmen als ware het hun eigen kinderen. 

Dat laat onverlet dat er volop gepresteerd is in Parijs. Daar moest het daadwerkelijk gebeuren. Voor die uitdaging stonden talloze mondiale sporters uit vooral de rijke landen tijdens deze OS. Je moet dan als bezeten sportsporter op het juiste moment pieken. En dat onder immense druk. Hoe kom je dan tot een optimale focus? Nar las diverse artikelen daarover. Pepijn van de Pol, docent en onderzoeker sport- en performance psychologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen stelt: “De aandacht in je hoofd voor een goede taakuitvoering is cruciaal. “

Je weet als Olympische Sporter dat dit evenement maar eens in de vier jaar plaatsvindt. Iedere Olympische Sporter is dus optimaal voorbereid. Het mentale aspect weegt dan ook steeds zwaarder mee. Welhaast iedere sport is een viereenheid bestaande uit een technisch aspect, een tactisch aspect, een fysiologisch aspect en een mentaal aspect. Alle vier zijn relevant, ze moeten kloppen met elkaar. Sporters zijn over het algemeen reeds technisch, tactisch en fysiologisch top. Daarom kan juist het mentale deel van doorslaggevende betekenis zijn. Zou dat een belangrijke verklaring zijn voor het succes van onze roeiers (v en m) en ‘het falen’ van onze judoka’s? Want jouw mentale gesteldheid heeft tijdens de wedstrijd zeker invloed op je technische uitvoering, je tactische keuzes die je maakt en hoe jouw lichaam fysiologisch op bijvoorbeeld wedstrijdsdruk, hoofdpijn of hitte reageert. Er wordt dan zowel door coaches als sporters gewezen op de term focus. Wat wordt daarmee nu precies bedoeld? Nar las de volgende wetenschappelijk verantwoorde definitie: “De vaardigheid om je mentale inspanning te richten op een handeling die in een specifieke situatie het belangrijkste is.” In topsport, bijvoorbeeld 400 meter hordenlopen, gaat het om het toepassen van vaardigheden op het moment dat die er toe doen. Een geringe verstoring daarin kan een prestatie echter negatief en soms zelfs desastreus beïnvloeden. Doch indien alles wel goed gaat, kan focus de sleutel tot succes zijn. 

Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen brede en smalle focus. Een brede focus geeft de mogelijkheid om meerdere gebeurtenissen gelijktijdig te ervaren. Denk aan een voetballer als Frenkie de Jong, die dribbelend met de bal aan de voet op het voetbalveld de verschillende afspeelmogelijkheden screent. Daar staat tegenover de smalle focus: een voetballer, bijvoorbeeld Memphis Depay, heeft dan meer aandacht voor de dribbel en mist dan de afspeelmogelijkheden. Daarnaast is er nog het onderscheid tussen externe en interne focus. Bij interne focus gaat om gedachten en gevoelens die jij gedurende de sportbeoefening ervaart. Bij externe focus ben je op externe factoren gericht, zoals bij een hockeyer als Thierry Brinkman de bal en de tegenstander.  

Welk type focus het meest gewenst is hangt af van de situatie. Meestal start die met breed-extern en wordt vervolgens verlegd naar smal-intern. Zoals bij de handboogschutters Steve Wijler en Gaby Schloesser: van weersomstandigheden, zoals de wind naar het reguleren van de ademhaling, het aanspannen van de boog en vervolgens het loslaten van de pijl. Het is dan de kunst om die focusverplaatsing ook nog te kunnen toepassen onder druk. Maar het gaat daarbij wel om de perceptie die de sporter zelf van die druk heeft. Want naast druk van familie, supporters en de media leggen sporters ook de lat hoog voor zichzelf. Bij de een wordt de functionele fysiologische alertheid hoger en dat werkt vaak positief. Maar bij de ander kan die druk ook omslaan naar prestatieangst. Je kunt dan niet meer presteren zoals je wil. Leidt vaak tot verhoogde hartslag en bovenmatige transpiratie en soms zelfs tot tunnelvisie. Dat laatste kan focusafleidende effecten hebben. Zorgen om de uitkomst en de gevolgen van het resultaat i.p.v. je concentreren op de taakuitvoering. Maar het kan ook zijn dat je teveel aandacht hebt op je motorische taakuitvoering zoals dit jaar wellicht bij een tennisser als Botic van de Zandschulp. 

Toch beweert iemand als Van de Pol dat er voor sporters ook mogelijkheden zijn om focus en het behoud ervan te trainen. De Duitse sportpsychloog Hans Eberspächer ontwikkelde de zogenaamde de aandachtcirkels, zes in totaal. Hij zegt: neem een dartbord in gedachten. De kleinste cirkel, de bullseye, in het midden is Cirkel : ik en mijn taak. Tevens de belangrijkste cirkel: de aandacht voor en een goede taakuitvoering is wezenlijk. Hoe verder weg je met jouw aandacht een cirkel naar buiten gaat, hoe groter de kans dat je prestatie vermindert. Bij Cirkel 2 is de aandacht verschoven naar afleidende omgevingsfactoren, zoals toeschouwers, scheidsrechter of tegenstander (s). In Cirkel 3 ben je te veel bezig met hoe het zou moeten gaan. In Cirkel 4 sta je niet meer stil bij het proces, maar bij het resultaat. In Cirkel 5 bij het gevolg van dat eventuele resultaat en tenslotte in Cirkel 6 ben je de focus volledig kwijt en vraag je jezelf af: wat doe ik hier?

Met zelfspraak kun je gedachten sturen om in Cirkel 1 terug te komen. Dan zeg je tegen jezelf dat het eerst zaak is om je op jouw voornaamste taak te richten. ‘Focus je op bal’ bijvoorbeeld. Als je in cirkel 1 terug bent kun je gaandeweg de focus verbreden en je ook met tactiek gaan bezig houden. Het allermooiste effect is als je uiteindelijk in een flow terecht komt. Je vaardigheid en uitdagingsniveau is dan volkomen in balans. Het lijkt vanzelf te gaan met volledige controle over de taak. Bij Epke Zonderland was dat in 2012 in Londen bij zijn Olympische Turnoefening op rekstok het geval. Dan komen alle vier de sportaspecten (technische, tactische, fysiologische en mentale) werkelijk perfect bij elkaar. 

Focus kan dus een sleutel tot succes zijn. Zeker niet alleen in topsport, doch ook in de paralympische sport, in je werk en in de amateursport. Want Focus betekent in het algemeen het vermogen om geconcentreerd te blijven op een taak, doel of activiteit, ongeacht mogelijke afleidingen of onderbrekingen.

De Nederlandse Olympische Ploeg was zeer succesvol in Parijs. Dat (sport) psychologie daarbij ook een voorname rol speelt wordt steeds duidelijker. Een kwestie van de juiste Focus. Landen met een hoge ontwikkeling en welvaart naast een breed gedragen sportcultuur hebben daarbij grote voordelen. Gezien het beperkte aantal inwoners van Nederland, 18 miljoen, dienen we dus eigenlijk samen met Australië de top 2 te vormen in de Olympische Medaillespiegel 2024.  

S.F. Nar