Grave, de meest belegerde vestingstad van Nederland

Archief
Nieuwsbericht van vrijdag 20 mei 2016
Onder de gewelven van de imposante Hampoort uit 1688 schud ik de hand van Jan Timmermans en Frank Haans. Het duo weet eigenlijk alles over de geschiedenis van de enige stad in het Land van Cuijk: Grave. Actief voor de Stichting Menno van Coehoorn - een bekende vestingbouwer uit de 17e eeuw – vertellen ze honderduit over de status van hun stad.

Grave lag strategisch. Iedere heerser wilde deze vesting in bezit hebben. Vandaar dat de stad zo vaak belegerd is geweest. De ellende begon in 1577. Het meeste bekend is het Beleg van Grave (1674) tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De laatste buitenlandse krijsgsheer die Grave bezette was Napoleon. Nadat ook hij Grave had verlaten kreeg Van Coehoorn de opdracht een compleet nieuw stelsel van vestingwerken te ontwerpen.

De Hampoort is geen gewone poort. De toegangspoort buigt wat naar rechts. De vijand die een kanonskogel door de poort wilde schieten trof daardoor geen doel. De kogel smoorde in de dikke muur van de doorgang. Een andere slimmigheidje: de straat richting centrum van de stad – de Hamstraat –sluit niet direct aan op de poort. Zou de vijand alsnog de poort kunnen innemen, dan wachtte hem of haar een listige, bochtige omweg naar hartje stad.

We klimmen de trap op naar de Kat, een flinke kunstmatige heuvel naast het Arsenaal, de opslagplaats van wapens en het kruithuis. Onder de 17e eeuwse Kat bevindt zich een viertal kazematten voor de militairen. De heuvel is hoger dan de andere vestingwallen. Dit om als kogelvanger te dienen. Kogels van de vijand smoorden in de Kat, zodat er in achtergelegen Arsenaal geen kruid of bom kon ontploffen. De Kat werd ook in de volksmond ‘gekkenberg’ genoemd, naar het psychiatrisch centrum voor vrouwen dat hier in de 19e eeuw werd gevestigd.

Van Coehoorn bedacht een ingenieuze vesting. Met vijf bastions – een soort wal in de vorm van de schoppen (van het kaartspel). Een uitgekiend bouwwerk zonder dode hoeken. Nagenoeg onneembaar. De bastions nu, de meesten zijn bewaard gebleven, hebben mooie namen: Bekaf, Blauwkop, Hartenaas, Kasteelen en Oranje. Rond de bastions ligt de gracht, waarin ravelijnen, een soort eilandjes, zijn aangebracht. Om in de stad te komen moest de vreemdeling hierdoor drie bruggen passeren om bij de Hampoort (of de verdwenen Brugpoort) te komen.

Grave is zo’n driehonderd jaar de thuisbasis van de Heren van Cuijk. Ze woonden tussen pakweg 1100 en 1400 in hun kasteel. Na het bekende beleg van 1674 raakte het kasteel uit de gratie en werd gesloopt. Alleen een klein deel van de voorburcht is nog te zien in een deel van het Arsenaal. De heren brachten welvaart in het stadje. Al snel kreeg Grave een aarden wal in de 12e eeuw. Daarna kwamen de eerste stadsmuren, poorten en een dubbele gracht. Grave werd een garnizoensstad, met op haar hoogtepunt zo’n 2000 militairen en hun gezinnen.

De Zuidelijke Waterlinie – dé verdedigingslinie voor het machtige Holland – liep van Bergen op Zoom, via de Maas naar Den Bosch, en stadjes als Heusden, Ravenstein en Megen. Tot aan, jawel Grave. De Beerse Overlaat maakte daar een belangrijk onderdeel van uit: een overloopgebied om onder water te kunnen zetten.

Napoleon is de laatste die Grave wist te bezetten. Hij moest een flinke omweg maken via Limburg, omdat de Peel nog altijd ondoordringbaar was einde 18e eeuw. “Grave was de poort naar Holland”, zeggen Timmermans en Haans in koor. Dat Grave niet als Nijmegen een grote stad is geworden, lag aan de economische activiteiten: de Waal was voor de handel gewoon belangrijker dan de Maas. Bij de vestingwet van 1874 verdwijnen de meeste vestingwerken in de Nederlandse steden. De Hampoort bleef echter behouden. Er bestaan plannen om dit prachtige Rijksmonument in de toekomst meer in het zicht te plaatsen, centraal in een mooi park. De contouren van de wallen en grachten komen ook weer terug. Zodat de vreemdeling straks eerst drie bruggetjes moet passeren voordat hij in de enige stad van het Land van Cuijk kan komen.

{tips}
Tip
Bezoek De Hampoort en het Graafs Museum