In gelul kun je niet wonen
In een kroeg ergens in de gemeente Land van Cuijk komen drie generaties met elkaar in gesprek over de oorzaken van het huizentekort in ons land. Even voorstellen: Marloes van 24 (MBO’er, zorgmedewerker voor ouderen), Mathijs van 55 (academicus, econoom bij een industrieel bedrijf) en tenslotte Fred van 75 (HBO’er, voormalig docent geschiedenis op een middelbare school). Marloes, nog thuis wonend in een klein dorp, wil met haar vriend Freek gaan samenwonen in een huurwoning in een naburige stad. Mathijs is getrouwd met Vera, woont in een koophuis op het platteland en zij willen naar een passend appartement in een meer stedelijke kern. Fred, levend in een groot dorp, is helaas weduwnaar, woont in een te groot koophuis en is op zoek naar een geschikte seniorenwoning. Marloes stemde op 22 november op de PVV, Mathijs kwam uit op GroenLinks/PvdA en Fred, gewoonlijk CDA, koos nu voor NSC.
Fred kwam meteen, met veel instemming van Mathijs overigens, met een opmerkelijke uitspraak van wijlen Jan Schaefer. Marloes erkende direct nog nooit van deze man gehoord te hebben.
“Jan Schaefer was een uiterst markante, zeer onconventionele en populaire landelijke PvdA-politicus van 1971-1990, in de tijd dus dat deze socialistische partij nog echt opkwam voor de arbeiders. Dat was hij namelijk zelf ook, want begonnen als banketbakker. Na een korte periode Tweede Kamerlid werd hij Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in het kabinet van Joop den Uyl (1973-1977). Hij gaf een sterke impuls aan de stadsvernieuwing. Daarna werd Schaefer wethouder van volkshuisvesting in Amsterdam. Keerde in 1986 echter terug als Tweede Kamerlid. In deze periode hield hij zich vooral bezig met het midden- en kleinbedrijf.. Helaas moest hij vanwege ziekte de politiek verlaten. In de Tweede Kamer verscheen hij meestal in spijkerpak zonder stropdas. Voorstander van duidelijk taalgebruik in de politiek. Dominant bestuurder. Zijn allerbekendste uitspraak is: ’In gelul kun je niet wonen.’ Hij leefde van 1940 tot 1994. Was aanvankelijk lid van de CPN.“
De drie bestellen nog maar een pilsje. Samen gaan ze op zoek naar antwoorden op de vraag: `Hoe kon de woningmarkt in Nederland zo ontsporen?´
Marloes zegt: “Ik stemde dit keer op de PVV omdat er een groot gebrek is aan betaalbare huurwoningen. Geert Wilders kijkt vooral naar migranten als de oorzaak voor de woningcrisis. Dat ben ik volkomen met hem eens. Zeker vluchtelingen en asielzoekers spelen daarbij een voorname rol.“ Doch zowel Mathijs als Fred, soms nadrukkelijk of al knikkend wel beaamd door Marloes, noemen naast migratie, ook diverse andere oorzaken voor de crisis op de woningmarkt.
Stef Blok, voormalig VVD minister, wordt door de beide mannen genoemd als een van de grote veroorzakers van de huidige problemen. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VROM) verdween onder zijn leiding. Hij was tot 2017 minister van Wonen en Rijksdienst. Maar na zijn overstap naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie werd zijn departement gevoegd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Blok gaf de markt de vrije hand. Hij meende dat alle essentiële beslissingen over huisvesting met name bestemmingsplannen liggen op provinciaal en vooral gemeentelijk niveau. Dat betwisten sindsdien echte specialisten. Juist de Rijksoverheid moet weer de regie pakken. Die kan namelijk landelijk op aantallen, prestaties en afspraken sturen. Het is CDA minister Hugo de Jonge, nu demissionair, die deze handschoen vanaf 2021 heeft opgepakt.
Ons land komt nu 400.000 woningen te kort. Aanbod en vraag liggen te ver uit elkaar. Terwijl de bouw van woningen afnam, groeide de bevolking juist vrij sterk. Vooral vanaf 2015 ging het hard. Dat kwam door een toename van het aantal vluchtelingen, zoals Syriërs en Afghanen en door de komst van arbeidsmigranten. Het begon met een asielcrisis en daar kwam later de arbeidsmigratie nog eens flink overheen vanwege stevige groei economie. En niet te vergeten 40 % van de eerstejaarsstudenten komt uit het buitenland. Tussen 2022 en 2036 groeit onze bevolking met ruim 1,4 miljoen inwoners, waarvan 3/4 vanwege buitenlandse migratie. De PVV ziet, zeker emotioneel flink gesteund door Marloes, in een heel sterke beperking van die buitenlandse instroom, bij voorkeur tot 0, de oplossing.
Een woning wordt verder steeds minder gedeeld. In 2006 bestond een huishouden nog gemiddeld uit 2,26 personen, in 2023 is dat cijfer reeds gedaald naar 2,12. Meer mensen willen een eigen huis, liefst koop, ook als ze nog geen partner hebben. Het. aantal echtscheidingen blijft maar stijgen. Individualisme viert hoogtij. Ouderen blijven steeds langer thuis wonen, mede omdat bejaardenhuizen en verzorgingstehuizen niet meer populair zijn. Daardoor komen in deze sterk vergrijzende samenleving die woningen niet ter beschikking van jongeren. Ook voor de vijftigers en zestigers is het lastig om een betaalbaar appartement te vinden. Grote gezinswoningen worden nog vaak bewoond door mensen die al deze kamers beslist niet meer nodig hebben. Bouwen voor senioren is daarom van groot belang. Hierdoor komt de doorstroming op gang.
Er worden duidelijk minder woningen gebouwd. Van 90.000 per jaar in 2009 zakte dat naar nog maar 45.000 huizen in 2013. Het duurt veel te lang van plan tot tekentafel. De bestemmingsplanprocedures duren lang en er is vooral kwalitatief, maar ook kwantitatief gebrek aan ambtenaren. In 2030 wil het huidige demissionaire kabinet dat er 1 miljoen huizen extra gebouwd zijn. Doch dat gaat beslist niet lukken. De rente is gestegen, de bouwkosten eveneens en procedures, ook door de stikstofproblematiek, duren nog altijd verschrikkelijk lang, mede vanwege inspraak en beroep tot de Raad van State. Soms wel 2 jaar vertraging.
Niet alleen bouwde de markt minder, ook de productie van woningbouwcorporaties zakte flink in. Veel te gemakkelijk en erg slordig omgaan met publiek geld leidde tot veel strengere regels en scherper toezicht. Deze corporaties moesten weer terug naar hun kerntaak. Sociale huurwoningen bouwen en beheren. En er kwam een verhuurdersbelasting. Nu moet de rol van corporaties juist weer groter worden. Voordeel is dat zij minder rendement hoeven te behalen. Kunnen dus goedkoper bouwen, met goedkopere leningen, die gedekt worden door het rijk. Daarnaast is gelukkig de verhuurdersheffing inmiddels sedert 1 januari 2023 afgeschaft. Wel moeten de corporaties nog steeds een forse winstbelasting betalen.
En dan nog de meest recente ontwikkeling. Beleggers dreigen onze woningmarkt te verlaten nu minister De Jonge met aangescherpte eisen voor maximum huurprijzen komt. Vooral buitenlandse beleggers voelen zich in hun handelsvrijheid beknot.
De discussie tussen de drie wordt steeds verhitter, zeker als de vraag gesteld wordt door Mathijs en Fred of Geert Wilders wel de oplossing voor de woningcrisis in huis heeft. Hoogleraar huisvesting Peter Boelhouwer betwijfelt dat ten zeerste. Alleen als je kans ziet de migratie terug te dringen naar nul. Doch dan heb je te weinig mensen om huizen te bouwen. Verder kun je migratie niet naar nul brengen. En dat moet je ook niet willen. De oplossingen van de PVV zijn niet realistisch. Maar Marloes betwijfelt dat zeer en discussieert steeds fanatieker. Fred en Mathijs moeten haar soms kalmeren.
Mathijs brengt tenslotte nog een nieuwe Jan Schaefer te berde en wel de stadsgeograaf Cody Hochstenbach(34). Hij publiceerde vorig jaar het boek ‘Uitgewoond’ waar hij onder meer pleit voor een nieuwe woonpolitiek met een sterk pleidooi om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, waardoor huren weer veel beter mogelijk wordt en de verheerlijking van het eigen woningbezit doorbroken. De woningmarkt wordt dan een stuk rechtvaardiger. Ook wil hij meer expliciete aandacht voor de 100.000 dak- en thuislozen in ons land. Dit jaar schreef Hochstenbach het boek: ‘In schaamte kun je niet wonen.’ Over de geleefde ervaring van de woningcrisis.
S.F. Nar