Is armoede een keuze?

Archief
Nieuwsbericht van vrijdag 18 oktober 2024

Aristoteles zei reeds: “Armoede is de vader van revolutie en misdaad.”  Woody Allen bekeek het heel anders: “Geld is beter dan armoede, al was het maar om financiële redenen.” Mahatma Ghandi had een uitgesproken opvatting: ”De grootste vervuiler op de wereld is de armoede”
Waarom bestaat in een zo’n rijk land als Nederland toch armoede? De een, zoals het CBS, wijst op het belang van een goede opleiding om rond te kunnen komen. In 2023 had van de 25 tot 35 jarigen 10%  alleen basisonderwijs of een vmbo-diploma. Hiertoe behoren in deze groep 250.000 personen. Zij bungelen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Zonder verder diploma is ongeschoold werk voor hen de enige mogelijkheid: b.v.  schoonmaken, vuilnis ophalen of komkommers of tomaten plukken in een kas. Deze mensen lopen het risico in de armoede terecht te komen.  Veel van hen hebben gelukkig een partner. Als die ook een inkomen heeft, kan het huishouden als geheel voldoende inkomen  hebben. Maar indien alleenstaand dan is het voor de meesten waarschijnlijk de vraag of ze arbeid  kunnen vinden waarmee ze voldoende inkomen verdienen om  rond te komen. Wie leeft in bijstand is volgens het CBS arm. D.w.z. minder dan 13.000 euro per jaar voor een alleenstaande. Je hebt dan allerlei toeslagen nodig om boven die grens uit te komen. In ons land leven nu zo’n 640.000 medelanders in armoede. De kwetsbaarste groep vormen de huishoudens die langdurig arm zijn. Die lopen het gevaar van sociaal isolement en de kinderen lopen het risico dat ze psychisch belast opgroeien. In 2022 ging het om bijna 130.000 huishoudens die minstens 4 jaar arm waren. Wel een stuk  minder dan de 200.000 van de jaren ervoor. Dit vanwege de energietoeslagen  i.v.m. de hoge gasprijzen.  

Daarnaast verstrekte Voedselbanken Nederland in 2023 voedsel aan 180.000 mensen. Een snelle groei, want in 2015 waren het er nog maar 90.000 personen. Degenen die bij de voedselbank komt heeft in de regel geen baan. Zo beweert  althans de voedselbank in Groningen. Het betreft veelal mensen die onder bewind staan, die in de schuldsanering zitten of van wie het budget bewaakt wordt omdat ze niet goed met hun geld kunnen omgaan.  Moeten het doen met leefgeld, gemiddeld  zo’n 60 euro per week.  

Alleenstaanden in de bijstand verkeren in de zwaarste positie. Met partner heb je maar een keer de vaste lasten, zoals huur en energie. Dit geldt trouwens ook voor een alleenstaande met louter AOW. Met kinderen ontvang  je kinderbijslag en het kindgebonden budget. Er hoeft dan maar iets te gebeuren, bijvoorbeeld een koelkast gaat kapot, en zo iemand komt met een schuld te zitten die afgelost moet worden. Veelal maandelijks.  De voedselbank ziet overigens weinig migranten en statushouders. Statushouders die een huis hebben toegewezen gekregen, worden het eerste half jaar ontzorgd door de Groningse Kredietbank. 

Waarom is armoede niet uitgebannen in een stinkend rijk land als Nederland?  Het CBS geeft twee hoofdoorzaken: In de eerst plaats is armoede een relatief begrip. Hoe rijk een samenleving ook is, er zullen altijd mensen zijn die niet het minimaal noodzakelijke inkomen hebben. In de tweede plaats zijn  er mensen die simpelweg niet in staat zijn te voorzien in hun eigen levensbehoeften, omdat ze niet in aanmerking komen voor welke baan dan ook. Mensen die serieuze fysieke en/of mentale beperkingen hebben. Zij zijn afhankelijk van de liefdadigheid van de samenleving.  In ons land is sinds WO 2 de verzorgingsstaat opgetuigd om mensen te helpen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.  Die mensen lopen hoe dan ook het grootste risico om in die groep armen te vallen.    

Doch emeritus hoogleraar Sociale Wetenschappen Trudie Knijn neigt veel minder naar relativering. Zij beklemtoont de politieke keuzen die de basis van armoede vormen.  Ten eerste is het minimumloon te laag. Daar wordt al lang over gesproken.  Verwacht werd dat NSC zou helpen het minimumloon te verhogen, want daar wordt de bijstand op afgestemd, doch die partij heeft dat niet gedaan. Mensen in de bijstand, en dan vooral gezinnen, komen nu zo’n 200 euro per maand tekort voor reguliere uitgaven. Dat probeert de overheid te repareren met een  heleboel toeslagen zoals huurtoeslag, zorgtoeslag en kindertoeslag.  Die moeten het te lage minimumloon en de te lage bijstandsuitkering  compenseren.

Maar dat kan volgens haar fout gaan. Mensen durven geen toeslagen meer aan te vragen, omdat ze bang zijn voor repercussies; er is te veel zorgmijding.  Daarnaast is het toeslagensysteem nogal ingewikkeld. Diverse mensen met een laag inkomen hebben ook een lage opleiding en zijn niet in staat hun recht te halen. Volgens Knijn zijn mensen die bijstand ontvangen echt arm. Het CBS wijst erop dat de bijstand tegenwoordig lager is dan vroeger. Dat instituut  berekent de armoedegrens op basis van het bijstandsniveau van 1979, maar dan ieder jaar gecorrigeerd voor inflatie. In 1979 zat de bijstand op het hoogste niveau ooit. Dat was in de tijd dat je met de bijstand alle noodzakelijke uitgaven moest kunnen dekken. In de jaren daarna is de verzorgingsstaat versoberd en is op de bijstand bezuinigd. Als je tegenwoordig bijstand hebt als enig inkomen, zit je onder de lage-inkomensgrens die het CBS hanteert. Sinds 1979 zijn de prijzen namelijk harder gestegen dan het bijstandsniveau. 

Behalve door politieke besluitvorming wordt armoede ook veroorzaakt door structurele ontwikkelingen, zoals de de-industrialisering en de ommezwaai van Nederland naar een diensteneconomie. Dit heeft geleid tot langdurige werkloosheid onder grote groepen in de samenleving. 

Opmerkelijk is dat de verzorgingsstaat soms gebruikt lijkt te worden om mensen te parkeren die niet meer passen in de moderne economie. Dat blijkt uit de grote aantallen jong volwassenen in de Wajong. Een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten. Niet zozeer om mensen met een fysieke beperking, maar met ontwikkelingsstoornissen zoals autisme. Onderzoekers  gaven als reden dat er in de markt gedreven, moderne economie minder ruimte lijkt te zijn voor laagproductieve werknemers. Daar komt de de-industrialisering bovenop. Mensen die eerder nog een minimumloon konden verdienen in de goederenproductie, raakten veroordeeld tot de moderne dienstverlening. Maar wie sociaal beperkt is, redt zich daar niet. Hierdoor kunnen aan de onderkant van de arbeidsmarkt meer jongeren buiten de boot vallen ondanks gelijkblijvende capaciteiten, aldus het CBS. Die groep doet dus niet meer mee in de moderne tijd. Geldt als arbeidsongeschikt. 

Toch is en blijft armoede een relatief begrip. De armen in Nederland behoren alsnog tot de rijkeren in de wereld. In het referentiebudget dat het SCP gebruikt voor het opstellen van een eigen armoedegrens staat bijvoorbeeld dat een alleenstaande elke maand 54 euro moet kunnen uitgeven aan telefoon, televisie en internet. 100 jaar terug was armoede een harde strijd  om het bestaan. Dat is verleden tijd. Hoewel ook dat weer ingewikkelder is dan het lijkt. Eind 2022 bracht het CBS een opmerkelijke levenskloof naar buiten: de meest welvarende mannen hebben een levensverwachting die 9 jaar hoger is dan die van de minst welvarende mannen. Er zou zelfs 25 jaar verschil zitten in de levensverwachting van jaren in goede gezondheid.

Maar een arme negentiende-eeuwse Nederlander zou vinden dat de armoede tegenwoordig is opgelost. Vergelijk maar eens de 19de-eeuwse achterbuurten van steden als Amsterdam, Groningen en Rotterdam met de huidige favelas in Brazilië of Nigeria. Over straat zwierven groepen hongerigen, onder wie ook kinderen en  bejaarden, die lucifers en papieren rozen verkochten. Een hongerbuik door eenzijdig eten van aardappelen was niet ongebruikelijk. Eenkamerwoningen, met daarin voltallige grote gezinnen, hingen vol van walmen van verbrande turf of hout en petroleumlampen. Een beeremmer stond in de hoek of in de kast. Arme lieden gooiden hun uitwerpselen in een open beerput, op straat of in de gracht. 

Het onvermogen om mee te doen in de maatschappij is een belangrijke dimensie van armoede. Dat zei de 18de-eeuwse  econoom/filosoof Adam Smith reeds. Hij schreef: een linnen overhemd is bijvoorbeeld strikt genomen  geen noodzakelijk artikel. De Grieken en de Romeinen leefden vermoedelijk heel tevreden zonder linnen overhemd. Doch nu zou een fabrieksarbeider zich vrijwel  overal in Europa schamen als hij zich zonder linnen overhemd zou vertonen, omdat het ontbreken daarvan geldt als een indicatie van een sterke mate van armoede.  Op dezelfde manier zijn schoenen in Engeland een noodzakelijk artikel geworden. Zelfs de armste man of vrouw zou zich schamen om zonder leren schoenen in het openbaar te verschijnen. 

Doch weer terug naar de voedselbanken. Bewijst de opkomst ervan dat de armoede is toegenomen? Het CBS zeg eerlijk daarover geen cijfers te hebben. Maar er wordt door dit overheidsinstituut wel beweerd dat de komst van voedselbanken eerder een kwestie is van aanbod dan van vraag. In de jaren tachtig was er in Nederland veel meer armoede dan nu. Bijna 25% van de Nederlanders had een inkomen onder de armoedegrens. Dat was een tijd van massale werkloosheid, maar er waren geen voedselbanken. Het kan dus ook komen doordat het welvaartsniveau nu hoger is en er veel meer mensen zijn dan vroeger die prima wat geld kunnen  missen om de voedselbank te doneren of om extra boodschappen te kopen. Doch  Knijn is het daar zeker niet mee eens. “Leuke conclusie zegt zij, maar ik vind dat het CBS de politieke en economische keuzes van de laatste decennia onderschat.  Als je de loonontwikkeling bekijkt vanaf de jaren negentig, dan blijven de lonen achter bij de inflatie en bij de winsten. Dus concludeert zij zonder omwegen: “De voedselbanken zijn opgekomen omdat mensen zien dat anderen gewoon niet meer kunnen  rondkomen.”
Tot slot haal ik de Chinese filosoof Confucius aan: “In een goed geregeerd land is armoede iets om je over te schamen. In een slecht geregeerd land is rijkdom iets om je voor te schamen.”

Breinvoedsel om over na te denken!

S.F. Nar