Oorlogsmuseum Overloon: Sta een ogenblik stil

Archief
Nieuwsbericht van vrijdag 20 mei 2016
Een kapmes, een bajonet en een kris uit Nederlands Indië houdt Erik van den Dungen in zijn handen. Wekelijks ontvangt de directeur van het Oorlogsmuseum Overloon schenkingen van burgers. Soms heel mooie stukken die historisch relevant zijn, zo vertelt de directeur. Vaak wapens, maar soms ook boeken of kledingstukken uit een nalatenschap. Objecten met een verhaal, een stukje oorlogsgeschiedenis.

In 1946 werd het museum opgericht, zeventig jaar geleden dus. Grote initiatiefnemer en gangmaker van het eerste uur was gemeenteambtenaar Harry van Daal (1908-1989). Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog zag hij tijdens een wandeltocht de wrakken van tanks en een deels verwoest, verbrand bos. Met witte linten waren de mijnenvelden gemarkeerd. Akkers en weilanden vol kraters. Zijn visie: dat moet bewaard worden en zet hier een hek omheen om te blijven realiseren wat is gebeurd. Een gesprekje met de burgemeester had succes. Een jaar later opende het Oorlogsmuseum Overloon. Een museum met een tweeledig doel: de slachtoffers herdenken én om inkomsten te genereren in dit naoorlogse kapotgeschoten stukje Brabant. Want de wederopbouw kostte aardig wat geld.

De Slag van Overloon - van 30 september tot 18 oktober 1944 – eiste niet alleen enkele duizenden slachtoffers, ook de huizen, landerijen lagen in puin. Zelfs het vee was niet gespaard gebleven. In een in 2015 geopend paviljoen wordt ingegaan op deze ingrijpende slag in het frontgebied. Een maquette van het dorp toont het slagveld. Verteld wordt hoe de Overloners halsoverkop naar omliggende dorpen evacueerden. Hoe velen in kelders bivakkeerden van de Venrayse instellingen Sint Anna en Sint Servaes. Onder primitieve, erbarmelijke omstandigheden.

Maar er is veel meer te zien in het 20.000 vierkante meter tellende museum. In een enorme hal staat een verzameling legervoertuigen waar je u tegen zegt. Een museum om iets van op te steken. Het gegeven dat vrijheid niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Vrijheid is een groot goed, zo blijkt ook in deze huidige tijd uit de grote stroom vluchtelingen in de wereld.

Het Oorlogsmuseum wil ook soms wat luchtig zijn in haar zware thematiek. Teun Berserik maakte daarom een glaswand in de vorm van een stripverhaal. Een soort Kuifje van Hergé, maar dan over de aanloop naar de bevrijding van ons land, de landingen in Normandië. Keep calm and carry on, staat de bekende spreuk van de Engelse minister-president Churchill te lezen.

Het Oorlogsmuseum gaat snel moderniseren. De expositie over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog gaat op de schop. Medio 2016 is de heropening van dit deel. Het wordt een interactief paviljoen, waar de bezoeker aan de hand van een bekende Nederlander uit die tijd door een van de acht oorlogsthema’s wordt geleid. Koningin Wilhelmina neemt je mee, maar ook SS-baas Seijs Inquart.

Weer buiten sta ik in het park tussen enkele kunstwerken en een oude tank. Hier is 71 jaar geleden gevochten voor onze vrijheid van nu. Directeur Van den Dungen wijst me op een marmeren plaat. De inscriptie luidt: ‘Sta een ogenblik stil, bedenk dat de grond waarop gij nu vertoeft eens een van de felst omstreden sectoren was van het slagveld Overloon. Bitter is hier gevochten, vele jonge levens vonden onder deze bomen hun einde’. Hier in de natuur is het enige geluid dat van de vogels. Twee echtparen passeren, druk pratend, blijkbaar een tikkeltje opgelucht nu ze het museumcomplex verlaten. Ze zijn niet de enige bezoekers aan Oorlogsmuseum Overloon: afgelopen jaar passeerden 123.000 bezoekers de kassa, waaronder veel groepen schoolkinderen. En veel oosterburen: bijna alle buitenlandse bezoekers zijn Duitsers. Opdat wij gedenken.

{tips}
Tip

Bezoek de website van het Oorlogsmuseum in Overloon.