Oudste oorlogsmuseum 65 jaar

Archief
Nieuwsbericht van woensdag 25 mei 2011
Vandaag bestaat het oorlogsmuseum in Overloon op de kop af 65 jaar. Het is daarmee het oudste oorlogsmuseum van Nederland. In 1946 werd het door velen gezien als het merkwaardigste oorlogsmonument dat in Nederland werd opgericht. Maar het mocht direct vanaf de oprichting rekenen op een grote belangstelling uit het hele land. Het vervulde in die tijd de functie van herinneringscentrum. Mensen die de oorlog hadden meegemaakt konden er terecht om hun ervaringen beter te plaatsen. Dat leidde er ook toe dat de collectie zeker in die jaren bijzonder snel groeide door particuliere schenkingen.

Het idee om een museum op te richten kwam van de gemeenteambtenaar Harry van Daal, die destijds in Overloon woonde. Hij had in de jaren vóór de oorlog vaak de slagvelden uit de Eerste Wereldoorlog bezocht. Na de gevechten om Overloon en Venray was zijn eigen achtertuin veranderd in een slagveld. Letterlijk heel Overloon was verwoest. Hij vatte het plan op voor een museum en kreeg daarvoor steun van burgemeester Jans uit de gemeente Vierlingsbeek waarvan Overloon toen deel uitmaakte. Met hulp van Britse troepen die na de oorlog in Duitsland gelegerd waren, werden de stukgeschoten tanks en kanonnen die waren achtergebleven op de velden rond Overloon bij elkaar gebracht. Daarna werd op 25 mei 1946 het museum officieel geopend. Bij de opening waren ook prinses Juliana en prins Bernhard aanwezig. De laatste bleef tot aan zijn dood beschermheer van het museum.

Het Overloonse museum, dat tegenwoordig onder de naam Liberty Park door het leven gaat sinds de laatste grote uitbreiding in 2006, trekt tegenwoordig ruim honderdduizend bezoekers per jaar. In de hoogtijdagen van de zeventiger jaren waren dat er zelfs nog meer. Met een verzameling van zo’n tweehonderd voertuigen en een uitgebreide tentoonstelling over de periode 1914-1945 is het museum ook de grootste in zijn soort in Nederland.

Het museum constateert dat er sprake is van een overgangsfase van herinnering naar geschiedenis. De oorlogsgeneratie is op hoge leeftijd aangekomen. De directe band met de Tweede Wereldoorlog neemt daardoor af. Niettemin mag het thema zich in een steeds grotere belangstelling verheugen. Dat komt omdat daarbij vaak de parallel wordt getrokken tussen toen en nu. Het museum in Overloon speelt daarop in, bijvoorbeeld met de huidige ontwikkeling van de nieuwe presentatie De Kracht van Propaganda. Daarin wordt met behulp van affiches uit de oorlogsjaren aan schoolklassen uitgelegd hoe propaganda werkt en hoe mensen daardoor geïndoctrineerd worden. Na die uitleg kunnen scholieren zelf aan de slag om hun eigen propaganda te maken. Op die manier krijgen zij zelf in de gaten hoe zij in het dagelijks leven blootgesteld zijn aan propaganda. Het doel van de presentatie is dan ook om weerbaarheid van jongeren op dat punt te vergroten.

Het 65-jarig jubileum van het museum zal later dit jaar luister worden bijgezet bij de opening van De Kracht van Propaganda, die voor medio september is voorzien.