Terschelling zien en dan…….?
Na twee fantastische W-evenementen, Wandelhappening 4Daagse in Nijmegen/Cuijk en het Wielerspektakel Daags na de Tour in geel Boxmeer ging ik vorige week woensdag 26 juli voor 5 dagen naar het Waddeneiland Terschelling, W-parel uit het verleden, het heden en zeker voor de toekomst, nadat Zuid-Europa de afgelopen maand verstikkend grote last had van een helse hittegolf en gebrek aan blusH2O bijna chronisch was om bosbranden echt te beteugelen.
Echt onthaast reizen trouwens dat treintochtje van Boxmeer naar Harlingen Haven: bijna drie en een kwart uur. Met drie keer overstappen, goed voor je conditie. Vervolgens de veertocht met de slow boat Friesland over de Waddenzee, net als het Maasheggenlandschap een uniek Unesco Werelderfgoed, van Harlingen Haven naar West-Terschelling: een vaartrip van ongeveer 2 uur. Je reist bijna naar een andere wereld. Een paradijselijk eiland van ruim 30 kilometer lang, gemiddeld 5 km breed met een geweldige variatie aan landschappen binnen deze beperkte oppervlakte: de Noordzee, het eb- en vloedstrand, de jonge duinen, de oude duinen, de dorpen met heerlijke namen als Hee, Horp, Lies en Formerum, de polders en afsluitend de Waddenzee, walhalla voor water minnende planten en dieren, die ook op het wad prima kunnen overleven. En dan die magische luchten.
Zit geheel alleen aan de voorste rand van de hoog prille jonge duinen tussen paal 17 en 18. Het helmgras buigt voor me. Van west naar oost, meestal trouwens vanuit zw naar no. De wind speelt met mijn zilveren haren en blaast zuurstofrijke, schone lucht in mijn brein, noodzakelijke grondstoffen voor creatieve denkprocessen. De Fremantle Highway is op weg die dag naar 16 km ten noorden van T. Een reusachtig brandend vrachtschip met 3800 auto’s in de buik van dit zeemonster (200 meter lang, ruim 32 meter breed), waaronder 800 e-auto’s met die verdomde accu’s. Als het gedrocht maar niet zinkt met alle mogelijke milieurampscenario’s van dien.
Ga wandelen in de oude duinen, waar een prille paarse gloed van struikheide (caluna vulgaris )me oogorgastisch tegemoet komt met hier en daar op laag gelegen, vochtige plekken de roze dopheide (erica). Als vrouwenborsten van allerlei formaat en verschillende graden van begeerlijkheid liggen deze oude duinen, schitterende heuvels, prachtig verspreid over het vol begroeide hemelse landschap, waar paarden, geiten en schapen een lustoord vinden voor mond en maag.
Vlucht voor de regen naast bierdorst naar ‘t Wapen van Midsland, gelegen midden in de winkelstraat Oosterburen met ook diverse uitgaansgelegenheden. Jeugdigen, vooral tieners en enkele belegen twens, ’s nachts kort in tenten pittend op de nationaal bekende jeugdcampings Appelhof en Terpstra, haasten zich naar een supermarkt voor sterke drank en bier, kratten vol. Leeg heen en mudvol met bovenop chips terug. Het lijken wel mini Fremantle Highways. Gelukkig blijven rampen beperkt tot alcoholvergiftiging, vomeren en houten koppen in het kwadraat, zowel bij de jongens als bij de meiden, feministisch of niet.
Een aantrekkelijke vrouw, in meerdere opzichten trouwens, zoekt en vindt me. Onze woorden- en zinnenuitwisseling groeit, stoeit en bloeit als drie mannen van middelbare leeftijd zich bij ons voegen. Het blijken drie leden van een motorclub uit Heerhugowaard. Drie ondernemers ook uit de tuinbouw, de bouw(zzp ‘er) en de uitvaartbranche (tot voor kort althans).
We raken met ons vijven in levendig en amicaal gesprek. Over ondernemen in een gepolariseerd en gebrek aan arbeidskrachten tellend Nederland, dat worstelt met immigratie en bijna meer politieke partijen kent dan denominaties bij de Prostestanten. Waar is de invloed gebleven van het redelijke, genuanceerde midden met echte volkspartijen als het CDA, PvdA en VVD? Waar is de invloed van de heteroseksuele middenklasse nog hoorbaar in het openbare debat? Nederland bestaat voor een heel groot deel uit gezinnen, die nog altijd de hoeksteen van onze samenleving vormen, hoeveel aandacht marginale groepen in de media ook krijgen. Gezinnen die wel willen schreeuwen tegen politieke partijen die het individu heilig verklaard hebben: “Minder ik, Meer wij.” Veel meer aandacht voor verenigingen, stichtingen, en ook kerken, het zogenaamde maatschappelijke middenveld, dat nog altijd een fundament vormt waarop Nederland stevig is gebouwd, maar dat door individualisme, egoïsme en hufterigheid lijdt aan betonrot. Dat is het echte Ongehoorde Nederland.
Terschelling drijft op toerisme van vooral Nederlandse en Duitse gezinnen. Vaak komen drie generaties in de zomer naar dit betoverende eiland om dagelijks de kracht en de warmte van gezin en familie te vieren. En dat is anno 2000drieentwintig prachtig om te zien, hoeveel ellende er soms ook is in gezinnen.
Tijd om weer te vertrekken naar het Oost-Brabantse land, waar het zeker ook aangenaam toeven is. Weer bijna 7 uur in bus, boot, trein en me verder voortbewegend op eigen beenkracht met rolkoffer en tas voordat ik enigszins moe, maar vooral herboren terugkeer in mijn thuispaleis en de routine van elke dag weer zorgt voor houvast biedende structuur.
Eindig graag met een citaat uit het boek dat ik gelezen heb op mijn reis naar en van Terschelling: A.L. Snijders, schrijversnaam van Peter Muller, Oh the world, Ah the world. Hij was de beste ZKV (zeer korte verhalen) schrijver in Nederland. Uit zijn ZKV ‘Kecy Island’
“De zon schijnt, dat is prettig voor een lifter. Er zoeft een open auto voorbij, een zogenaamde cabriolet, bestuurd door een jonge Amerikaanse vrouw – ze heeft een grote bos donker haar die horizontaal met haar meereist. Dit beeld maakt grote indruk op hem. Als hij een jaar later is teruggekeerd naar Nova Scotia, vertelt hij aan z’n vriend Zittende Bizon: ‘Zij reed alsof zij nooit zou sterven.’ ”
S. F. Nar, die nog altijd gaat voor cum laude.