Twee gedichten, twee waarnemingen en een overpeinzing

Nieuwsbericht van maandag 30 december 2024

Zijn laatste column uit dit bijna vergane, turbulente jaar begint en eindigt jullie Nar met een gedicht. Daar tussenin een paar waarnemingen en een overpeinzing, al dan niet passend bij de laatste uren van dit allesbehalve vreedzame jaar.  

Het eerste stukje poëzie is van de meesterhand van de Nijmeegse dichter Victor Vroomkoning en stamt uit zijn bundel ‘Paren.’ Al zijn gedichten in deze bundel zijn variaties op één thema. Onverbloemd en met de weemoed van de realist verhaalt. Vroomkoning over wat was en bleef van de liefde die passie heet(te).

Orakel

Soms na de daad in schemer-
toestand verhaalt mijn mond
over juist ervaren eeuwigheid.
Zij nog niet geweken, luistert
ademloos of slaapt zij weer?

Het gebrabbel dat ik dan 
voortbreng over heelheid
na het dichten van haar
onvergankelijke wond.

Welk beroep kiest een mens anno 2000envierentwintig die geen bestuurlijke ervaring heeft voor een hoge post, niet kan communiceren, niet weet waar ze het over heeft, incompetent en zwaar humorloos is en door niemand, behalve haar oppergod, geadviseerd wil worden. Juist ja, dat kun je nog altijd vol kiezen voor Minister van Asiel en Migratie. Uitsluitend in Nederland trouwens? Ja, we hebben het over Marjolein Faber (‘Ik ben het beleid’).  Met Maarten van Rossem zeg ik: “Faber is de tragikomische noot in dit politiek theater.” Triest. Heel triest zelfs. 

Een Koning uit het Oosten die al ruim voor vóór 6 januari 2025 van zijn troon viel, is niemand minder dan zijne Enschedese grootheid  Pieter T.I.M. Zogt, die rechtstatelijk goud beloofde. Zondag 22 december, drie dagen voor de verlichtende jaarlijkse  viering van de magische geboortedatum van zijn Oppergod J. Chr., donderde hij dieptriest en onthullend van zijn politieke troon. Bij het ochtendprogramma ‘WNL op Zondag’ van Rick Nieman werd hij genadeloos ontmaskerd door vooral eigen toedoen. Herstellende van een tweede pittige burn-out. Toch en veel te vroeg weer gaan werken in het Haagse. Toch beslist geïnterviewd willen worden, maar wel in zijn eigen oostelijk in Nederland gelegen paradijs. Welke arts, psycholoog, psychiater, vriend, persvoorlichter, mediadeskundige  of vrouw adviseerde hem dat in godsnaam? (retorische vraag dames en heren). Hoe gemakkelijk was zijne NSC excellentie uit z’n evenwicht te brengen? Bij zelfs maar een zonder meer te verwachten kritisch vraagje  blijken zijn opvliegend karakter en overspanningsverschijnselen hem (weer) hevig dwars te zitten: licht ontvlambaar, snel boos, snel geraakt door kritiek en controlefreak eerste klas. Ingewijden, zeker uit zijn periode bij het CDA, kenden reeds dit typische gedrag van hem. Een bijna heilige werd dramatisch van zijn troon gelicht door eigen falen en dat van zijn directe omgeving. Jammer. Heel jammer zelfs.

Onlangs las ik wat uit het werk van de Franse maatschappijcriticus Pascal Bruckner. Volgens hem ervaart de hedendaagse mens nergens zoveel druk van als vanuit het streven naar geluk. Als een plicht wordt het gelukkig zijn over ons afgeroepen; ongelukkig zijn is geen optie meer. Het moderne voorrecht om ons eigen geluk te beproeven in een vrije samenleving wordt al snel een flinke last. Met de vrijheid komt ook de verantwoordelijkheid voor dat geluk -of ongeluk- bij het individu te liggen. Deze obsessie met geluk is,  aldus Bruckner, dus paradoxaal genoeg de voornaamste  reden voor ons ongeluk. Daarom kunnen we beter zeggen: “Ik houd teveel van het leven om alleen maar gelukkig te willen zijn!”  Waar. Heel waar zelfs. 

Nar eindigt, zoals beloofd,  met een gedicht van Gerrit Achterberg, een van  de grootste, oorspronkelijkste en belangrijkste dichters van ons land uit de vorige eeuw. In 1962 overleed hij plotseling, na ter wereld te zijn gekomen in 1905. Achterberg was ook een misdadiger, die voor de moord op zijn hospita en aanranding  van haar dochter, 16 jaar een terbeschikkinggestelde is geweest en dientengevolge meer dan vijf jaar in diverse forensisch psychiatrische inrichtingen heeft verbleven. Bekende werken van hem waren  Afvaart, En Jezus schreef in  ’t zand. Uit de bundel ‘Voorbij de laatste stad’:

Vervulling

Het beste van voor jaren dringt vanavond tot mij door.
Al je gewone vragen vinden weer gehoor. 
Regent het. Ja het regent. Goede nacht.
Laten we nu gaan slapen, zeg je zacht.
Wij luisteren en liggen. Wind beweegt het raam.
Blijf zo maar liggen, zeg ik, en ik noem je naam.
Alles wat antwoord is gaat van mij uit.
Je wordt vervuld van de oneindigheid. 

Moge tweeduizenden25 een jaar worden met wat meer vrede en solidariteit……. Blijf daarop hopen. Daarin geloven. Betoon liefde naar de medemens. Beschamend is het nooit als je weinig doet. Beschamend is het als je niets doet.

S.F. Nar