Uiterst rechts wint ook in Oostenrijk en Oost-Duitsland. Autoritaire democratie in opmars?
In de september waren er verkiezingen in Oostenrijk en in drie Oost-Duitse deelstaten Thüringen, Saksen en Brandenburg. De uitslagen aldaar stemmen tot (grote) bezorgdheid. In Oostenrijk kozen zondag 29 september de stemgerechtigden voor het eerst de uiterst rechtse FPÖ als grootste. Deze partij is te vergelijken met de AfD in Duitsland en deels met de PVV in ons land. Deze extreem rechtse partij onder leiding van Herbert Kickl behaalde niet minder dan 29% van de stemmen. Nummer twee werd de regerende rechts-conservatieve ÖVP, zeg maar de CSU uit Bayern of de rechtervleugel van de CDU of CDA in Nederland, met ruim 26%. Derde eindigde de sociaal democratische SPÖ, te vergelijken met de SPD of de PvdA, met 21%. Daarna volgden de Groenen en de Liberale Neos (FDP c.q. VVD), beide met 9%.
In Thüringen werd de AfD de grootste, met bijna 33% van de opgekomen stemgerechtigden, voor de CDU. In Saksen tweede met bijna 31% na de CDU en ook de tweede plek in Brandenburg na de SPD met ruim 29%. De stoplichtcoalitie in Duitsland o.l.v. Olaf Scholz staat onder grote druk door vooral ook desastreuze uitslagen voor Bündnis 90/De Groenen, de crisis in de (auto)industrie en veel minder aandacht voor de klimaat- en natuurcrisis.
De FPÖ maakte reeds naam in de jaren 90 onder wijlen Jörg Haider met haar vroege verzet tegen immigratie als culturele en economische bedreiging en het vergoelijken van de nazimisdaden. Anno nu is de partij eigenlijk tegen alles: van klimaatpolitiek tot genderrechten en coronamaatregelen. Ook verzet de FPÖ zich fel tegen Brussel en is tegen de steun voor Oekraïne. Doch met stip op nummer 1 staat natuurlijk immigratie.
De FPÖ wil geen enkele asielzoeker meer binnenlaten en het asielrecht middels een ‘noodwet’ opschorten. Vluchtelingen die al in het land zijn wil de partij uitsluiten van sociale voorzieningen, inclusief gezondheidszorg, met uitzondering van het hoogst noodzakelijke. Verder de belofte van massale ‘remigratie’ van vreemdelingen. ‘Fort Oostenrijk, Fort Europa’ luidt dan ook niet voor niets de titel van het verkiezingsprogramma. Daarnaast wil de FPÖ overheidsbijdragen aan de media afschaffen en wil een meldpunt instellen waar mensen ‘politiserende’ leerkrachten kunnen aangeven. De vooraanstaand politiek journalist Rauscher uit Oostenrijk zegt: “De FPÖ wil een autoritaire democratie naar het voorbeeld van Viktor Orban in Hongarije.
De FPO regeerde reeds drie keer sedert 2000 met de conservatieve ÖVP. Doch alle drie die regeringen eindigden voortijdig, vooral door toedoen van de FPÖ. De ÖVP-leider Karl Nehammer, tevens bondskanselier zegt dat zijn partij dit keer niet zal samenwerken met de FPÖ. Ook de overige Oostenrijkse partijen zijn categorisch tegen samenwerking met de FPÖ. Is een regering van ÖVP, SPÖ en Neos mogelijk? Of toch een minderheidskabinet?
Waarom stemden zoveel Oostenrijkers en Oost-Duitsers op partijen als de FPÖ en AfD? En op soortgelijke partijen in Frankrijk, Nederland en de USA? Op puur populistische personen als Marine Le Pen, Wilders en Trump? Jullie Nar heeft totaal niets met dit soort radicaal-rechtse partijen en dito personen. Maar je kunt, zoals sommige columnisten expliciet suggereren, toch niet beweren dat die kiezers niet goed bij hun verstand zijn, en eigenlijk zelfs dom zijn. Je moet eerst kijken naar de redenen van hun keuze, naar hun grieven en zorgen/angsten in plaats van a priori in hevige twijfel trekken van hun verstandelijke vermogens. Vraag naar hun redenen en ga in discussie. En dan komt naar voren waarom en waarover deze kiezers ontevreden zijn. Een rol spelen onder meer: het ongenoegen met het bestaande beleid, zowel nationaal als Europees; problemen als bestaanszekerheid; gebrek aan woningen; de te ingewikkelde, gedigitaliseerde, anonieme en op de wereld gerichte samenleving; voortdurend hoge (energie)prijzen; hoge inflatie; stijgende zorgkosten; de tweedeling in de maatschappij tussen hoog en laag: hoog- en laagopgeleiden, theoretisch en praktisch geschoolden, hoge en lage inkomens en te veel aandacht voor klimaat, stikstof en andersoortige mensen dan mannen en vrouwen. Verder kritiek op de middenpartijen die niet meer/veel te weinig opkomen voor de belangen van arbeiders en laag opgeleiden en middeninkomens. Ze spreken hun taal niet meer. En als dan een charismatische demagoog opstaat en de immigranten/asielzoekers/vluchtelingen de voornaamste schuld geeft van al deze ellende en terug wil naar het verleden toen vele zaken beter waren, krijgt die hypothese, zeker dankzij de huidige sociale media, snel veel aanhangers. Maar Nar vindt wel dat populisten een illusie verkopen
Nar las nog deze week in een column van Arie Elshout in De Volkskrant het volgende. “Een linkse columnist in de VS woont op een boerderij op het platteland van Oregon en heeft onder zijn vrienden veel Trump-kiezers. Zoals een vrouw die na een fabriekssluiting werk en woning verloor, verslaafd raakte, vier familieleden zelfmoord zag plegen en zelf ook een keer een geweer tegen haar hoofd zette. Wanneer dan een demagoog als Donald Trump zegt haar pijn te voelen en belooft, fabrieken terug te brengen, veert zij natuurlijk op. Des te meer als zij hoort hoe progressieven haar wegzetten als een betreurenswaardig persoon.” Nar zegt tegen een ieder die het maar wil lezen: behandel andersdenkenden uit de arbeidersklasse niet neerbuigend.
Mensen verschillen van mening. Maar het is iets anders als het, aldus Elshout, in morele sfeer trekken: jij mag die mening niet hebben, die is fout, jij bent fout. Dan verklaart de een zich namelijk superieur aan de ander. PVV-stemmers zijn beslist niet dom. Hoogsté tijd dat de middenpartijen weer gaan opkomen voor het volk.
Tot slot. Welke Nederlandse politicus antwoordde heel recentelijk op de vraag van journalist Tijs van den Brink: Hoe kunnen we dit land mooier maken? Zijn/haar advies: 1. Groet elkaar op straat 2. Word actief bij een lokale (sport)vereniging 3. Word lid van een politieke partij.
S.F. Nar